Greunenkriek tekst & media


Blog Post

Spinbarg: Gronings griezelen

Ingetekstueel • Oct 15, 2017

Mijn vierdeklassers heb ik onlangs een leesautobiografie laten schrijven; hun leesgeschiedenis, compleet met favoriete verhalen en boeken(reeksen). Dit is een fraaie nulmeting voordat ze gaan lezen voor het literatuurdossier. Wat bij het lezen van zulke leesbrieven iedere keer opvalt, is welke indruk sprookjes en volksverhalen achterlaten bij jonge luisteraars – en latere lezers. Zelf kan ik me de fascinatie voor sprookjes, fabels en volksverhalen nog goed herinneren. Dat is ook niet zo gek, want Groningen barst van de volksverhalen. Aagt van Ainrom die naakt door de kerk moet om haar eigen land te verdienen; Stommelsteert, ofwel de borries van Rottum die als hellehond mensen de stuipen op het lijf jaagt en vooral veel sprookverhalen over zeemeerminnen en andere boosaardig verleidelijke vrouwen – die ingebedde misogynie zit diep –; er is genoeg te lezen uit de eigen streek voor een Groninger volksverhaalliefhebber.


Tot mijn geluk werd er tijdens mijn studietijd een bijvak aangeboden dat Orale Literatuur heette en gegeven werd door Jurjen van der Kooi – het woord ‘kenner’ is in dezen een schandelijk understatement. Ieder college regende het gruwelijke sagen, smakelijke broodje aap-verhalen en Freudiaanse betekenissen van ogenschijnlijk onschuldige sprookjes. De vertellingen werden ons door de begeesterde docent om de oren geslingerd op de vroege maandagochtend. Van sommige vakken is het jammer dat de bijbehorende colleges maar een periode lopen. Gelukkig was de aanschaf van Van der Koois in 2003 verschenen boek Van Janmaanje en Keudeldoemke verplichte kost en viel er ook na het afsluiten van het bijvak nog één en ander te ontdekken. Over Groningse volksverhalen heb ik daardoor in de loop der jaren aardig wat lesmateriaal gemaakt.


Dit jaar vaart het oudste binnenschip van de provincie, De Familietrouw van het Veenkoloniaal Museum, door de provincie om een grimmige potpourri van Groningse volksverhalen aan wal te brengen. ‘Spinbarg’ heet dit project en het herbergt een ruim vol naargeestige verhalen die mondeling werden overgeleverd om vat te kunnen krijgen op tot dan toe onverklaarbare zaken; om uiting te geven aan (bij)geloof of om mensen te kunnen bedotten, dan wel beknotten. Sommige gruwelverhalen hebben pijnlijk veel historische waarde. De achttiende-eeuwse massamoordenaar Mepske van ’t Faan ontbreekt dan ook niet in de verzameling vertellingen. Het project Spinbarg ontleent haar naam aan de Groningse equivalent van Arachne, die draden spon – in het Groningse geval `s avonds laat, om jonge mannen in te vangen (daar hebben we meteen al zo`n verdorven vrouw 😉 ). Kunstenaars lieten hun creativiteit los op de verhalen en dat resulteerde in een schip vol indrukken. Op de laatste dag van de Kinderboekenweek, met het thema Gruwelijk eng!, bezocht ik De Familietrouw en maakte kennis met zowel een aantal vriendelijke kunstenaressen als met de schatten aan boord.


Spinbarg werkt als een raamvertelling. Onze Groninger Rutger Hauer, Theo de Groot, treedt naar voren als verhalenverteller die de verhalen inleidt en van historische omlijsting voorziet. Mij herinnerde dit aan Grim Tales van de BBC, waarin Rik Mayall – in kamerjas en gezeten in een wandelende fauteuil – de sprookjes van Grimm inleidde. Als bezoeker schuif je langs een aantal interactieve tableaus. Onheilspellende wezens; beproefde duivelsaanbidders; tragische liefdesgeschiedenissen en vooral veel erbarmelijke zielen worden besproken en bezongen. De kracht van de vertellingen huist in de verscheidenheid in vormgeving. illustratoren hebben allemaal hun eigen handtekening, de bijbehorende geluiden en stemmen verschillen sterk van elkaar, de toon is dan weer bloedserieus en dan weer luchtig en de ene keer is er sprake van een verteld verhaal, dan weer van een opus en tot slot is er het muziekstuk dat Arnold Veeman componeerde voor Spinbarg. Zijn muzikale vertaling De Dollard, de watersnood die een berucht laconieke dijkgraaf veroorzaakte, doet denken aan Paul Dukas’ stuk De Tovenaarsleerling , dat te horen is in de film Fantasia . Het wassende water heeft ook in Veemans compositie een duidelijke stem gekregen en is daarmee schrijnend actueel in het jaar waarin we de Kerstvloed van 1717 herdenken.


Scholieren van het Noorderpoort College gaven gestalte aan een sage bij de Ennemaborg en Henk Scholte verleende met zijn warme stemgeluid medewerking aan dit tableau. Voor de nimmer wakende dialectpolitie: dat brengt het aantal Groningstalig verwoorde tableaus op twee. De keuze is uiterst plausibel, al roept het in het geval van de vertelling over de onschuldige Protestantse voortrekker Griet Koenes uit Munnekezijl een vraag op. Verteller De Groot leidt dit verhaal in met de aankondiging dat Griet de eerste uit de wijde omtrek was die godsdienstige liederen zong in haar eigen taal, in plaats van in het door de dan nog enige kerk repressief toegepaste Latijn. Daarop volgt een prachtig gezang van Hester Le Grand in het Nederlands, waarvan je je kunt afvragen of dat de ‘eigen taal’ was van een Munnekezijlster uit de zestiende eeuw. Marlene Bakker verzorgt met Bernard Gepken in iedere haven waar het schip aanmeert een speciaal optreden waarin de volksverhalen in het Gronings bezongen worden.


Zo trok de Familietrouw de afgelopen tijd door onze provincie; als een vriendelijke Lorelei.



Share by: