Greunenkriek tekst & media


Blog Post

Sunnerkloas & schebellenskop

Ingetekstueel • Dec 04, 2016

Traditioneel sinterklaaslopen in Zoutkamp

Zoutkamp: 3 december, 22:30. Het is donker, de temperatuur ligt maar net boven het vriespunt en in veel huishoudens is men laveloos van de pakjesavond die zojuist werd gevierd. Alle duisternis, kou en suikerdipjes ten gevolge van copieuze porties boterletter ten spijt, waagt een enkele nieuwsgierigaard zich desalniettemin buiten om een blokje om te gaan met de hond. Niet alleen omdat die nu eenmaal broodnodig uit de spreekwoordelijke ‘broek’ moet, maar vooral om misschien nog een paar sinterklaaslopers te kunnen zien.

Op de zaterdagavond het dichtst grenzend aan 5 december kun je ze namelijk aantreffen op straat of zelfs in je huis: de ‘sunnerkloazen’, zoals de sinterklaaslopers gemakshalve worden genoemd. De traditie schrijft voor dat verklede mannen en vrouwen – meestal in groepsverband – langs huizen van bekenden trekken om zich daar zwijgend binnen te laten nodigen. Zodra de onherkenbaar verklede gasten zitten kan de gastvrouw of -heer beginnen aan een reeks ja-en-nee-vragen om de identiteit van de gemaskerden te achterhalen. De ‘sunnerkloas’ moet naar waarheid antwoorden door te knikken of het hoofd te schudden. Is de identiteit geraden, dan mag het masker af en wordt de sunnerkloas getrakteerd op drank.

Als potentiële sinterklaasloper moet je dus goed nadenken over je vermomming, want je wilt niet al bij binnenkomst herkend worden aan je kenmerkende sjaal of loopje. Wat daarnaast meespeelt, is dat het de aanbeveling verdient om je uit te dossen volgens een actueel, regionaal thema. In de kegelbaan in Zoutkamp kun je je als deelnemer inschrijven en laten jureren. Zo leverden eerdere jaren onderwerpen als de pulsvisserij, de ontwikkeling van de middenstand in Zoutkamp en het machinaal garnalen pellen, mits fraai verbeeld, prijzen op.

Op meerdere plaatsen waar scheepvaart een belangrijke rol speelt is een soortgelijke traditie bekend. Zo kennen de vijf grote Nederlandse Waddeneilanden en Borkum het verkleed langs de huizen gaan op Sinterklaasavond. Onderling verschillen deze gebruiken alleen wel; zodra ik een oudere dame spreek die decennia op Ameland heeft gewoond, hoort zij er vreemd van op dat in Zoutkamp ‘de vrouwen ook gewoon mee mogen doen’. In hun traditie en in haar tijd was dat heel anders. “Vrouwen mochten niet op straat komen, hoor! Waagde je je als vrouw buiten dan werd je op de mestbult gesmeten.”

Regionaal is ‘sunnerkloas’ ook nog een schimpwoord voor sufferd. Als iemand een blunder begaat is de betiteling ‘doe dikke sunnerkloas!’ een plausibele reactie. De generatie 50+ gebruikt deze uitdrukking nog regelmatig. Een aantal contactpersonen uit de omgeving Appingedam kennen het niet. Te oordelen naar de kostumering van de sinterklaaslopers is het, hoe dan ook, beslist geen compliment… In het zakwoordenboek van Reker wordt bij ‘Sunnerkloas’ alleen de vertaling ‘Sinterklaas’ gegeven. Ook in Ter Laans woordenboek (1952) wordt enkel sec verwezen naar de betiteling van de goedheiligman of naar het gebruik, dat enigszins doet denken aan het huidige Sint Maarten:

“sunnerkloazen waren (zijn?) jongens van een jaar of twaalf, die op St. Niklaasavond bij de huizen langs gingen, vaak in 't wit, met stro in de klompen, met een vlassen baard en met een mijter op, gemaakt van een krant. Ze rammelden met een ketting aan 't been. Maar ze waren tevree met wat lekkers of een pàar centen.”

Even terug naar het kille, nachtelijke Zoutkamp. De Kegelbaan, waar Betty en Gerrit met een vriendin de deelnemers gaan jureren, is om half elf nog gesloten. Achterin is weliswaar een (besloten) feestje, maar de jonge veeartsen die daar bijeengekomen zijn dragen geen maskers. Gelukkig mag ik tot de aanvang van de jurering even wat vragen stellen en foto`s maken bij Joke en Adri thuis. Een aantal adressen in Zoutkamp wordt door heel veel lopers bezocht en dit is er zo één.

Het begint meteen goed: Harmen en Pieter dragen, verkleed als naargeestig ogende visser en Arabier, een positieve boodschap uit door te pleiten voor minder oorlog, belasting, verdeeldheid en hebzucht. Ze zijn blij zodra ze hun benauwde maskers kunnen afzetten. “Dij hier net waren zagen der ook haile mooi oet: iets mit negerzoenen, dat ging over discriminoatsie.” Er wordt dus opnieuw goed op de actualiteit ingespeeld.

Het volgende groepje is vooral voor de onherkenbaarheid gegaan: drie laven en een heksje stappen de woonkamer binnen. “Dizze schebellenskop lagen touvalleg nog bie t verhuurbedrief, vandoar.” De identiteit van Theo, Frank, Roland en Adriana worden vrij vlot ontmaskerd: Adriana`s moeder herkent haar aan haar houding, al is het verschil tussen de situatie met en die zonder masker groot.

De drie legopoppetjes die daarna op de stoelen neerstrijken zijn overduidelijk dames. Sierlijke bewegingen, bescheiden voetjes: Esther, Mirjam en Anke worden met behulp van de aanwezige sunterkloazen geraden. Uit Den Andel en Baflo kennen zij ‘sunnerkloas’ als schimpnaam niet.

De lopers wisselen ervaringen uit. “Zijn jullie al bij ‘pizza Wim’ geweest? Hij heeft het extra warm gestookt in huis hoor, pas maar op!” Een roemruchte truc om je gasten hun identiteit te laten verraden is inderdaad een combinatie van een langzame ondervragingstechniek en de verwarming op 30 graden.

Als vierde gezelschap komen drie Daft Punk-achtige pakdragers binnen met helmen waarop bingo-molentjes zijn gemonteerd. Zij dragen teksten bij zich die refereren aan de bingoavondjes in de Kegelbaan, met scabreuze verwijzingen naar de relatie van de uitbaters. Waaraan je iemand al niet kunt herkennen: de rechte manier waarop ze (ook als amazone) zit en hoe ze haar wijnglas vasthoudt brengen me op het idee dat één van de bingo-babes Andrea moet zijn. Het customizen van de helmen was een haastklus, vertelt ze: “Vanmirreg om haalf twij waren dij dingen pas binnen en dou mos ik nog aan t vaarven en aan t knutseln.” Het resultaat mag er zijn. Joyce, Manuel en zij winnen later die nacht dan ook de eerste prijs met hun outfits.

“Op Texel is t feest heul aans vörmgeven: doar is aal joaren op 12 december n oetvoeren van lu dij verkled binnen en zo t òflopen joar deurnemen: Ouwe Sunderklaas." Weten Joke en Adri. Zo`n soort wagenspel waarbij het voorbije jaar geëvalueerd wordt, doet denken aan de butereders die in katholieke gemeenschappen met carnavalsvierders tijdens Rosenmontag de ton bestijgen om op gekscherende wijze hun visie te geven op de lokale actualiteit. “In een plaatsje in Groot-Brittannië hebben ze ook zo`n verklede sinterklaastraditie met ‘mystery guests’.”

Heel blij dat ik een paar mooie sunnerkloazen heb gezien neem ik afscheid en zie onderweg nog wat wezens met Scream/Munch-maskers binnenstappen bij Joke en Adri. Door de witte wieven van de nacht rijd ik naar de Kegelbaan, die nu wel open is. Pardoes springen er twee echte witte wieven respectievelijk voor en in m`n auto. Ze willen best even op de foto en giebelen honderduit, maar hun maskers houden ze stug op.

In de Kegelbaan is de jurering losgebarsten. Denise en Elmer zitten als horrorclowns aan de bar en Betty ontrafelt juist wie er onder die enge maskers schuilgaan. Om alle verwijzingen naar hun eigen identiteit te verdoezelen hebben ze zelfs extra lichtblauwe lenzen ingedaan. “Ik ben het wel gewend en heb er geen last van, maar hij wrijft steeds in z`n ogen.” Zegt Denise.

Een groep tieners heeft al verkleed langs de huizen gelopen, maar komt nu ‘in burger’ aan de bar zitten. Er wordt druk gespeculeerd over de drukke dames in het wit die hen buiten aan het schrikken probeerden te maken. “Wie zijn dat? Ik ken ze ergens van. Eén met zwart haar en één met blond haar, toch?” Ze komen er maar niet op. Ruim een derde van de jongeren weet wel wat een ‘schebèlskop’ is. Allard (13): “Doe zegs ‘schebellenskop’, mor wie zeggen thoes ‘schebèlskop’.” Levi (14) kent het woord ook wel. “Ja hoor, dat betekent ‘masker’. “ Roept een andere jongen.

Om twaalf uur begint het spookuur: dan gaan de maskers definitief af. Vanaf half één kunnen de sunnerkloaslopers wachten op de prijsuitreiking.


Share by: