Hui
Milde discussie aan de
koffietafel: collega X typeert iemand als 'hui', collega Y kent het meisje over
wie het gaat en kan zich niet in die benaming vinden. "Ain dij hui is, het
wiend onder steert en is hailendaal oet de ket. Dit wicht is eerder wat
stiekem." Zo ken ik het van vroeger ook: wanneer een jonge hond als een
malle rondjes rent door de tuin noemden we dat hui. Collega X is het in die zin
met haar eens: de betreffende dame is niet bovenmatig energiek, maar volgens
haar juist nog steeds 'hui'. "Ain dij hui is kin haile nuver mit oogjes
rollen.” Ze is dus wat aanstellerig en kan goed lonken. “Plat zegd: dij is mit
kont op loop." Vult iemand aan. Andere collega's gniffelen; dat is
inderdaad plat gezegd.
In dit geval bijten de twee vertalingen elkaar niet, want hui
kent, zoals veel woorden en uitdrukkingen, verschillende betekenissen of
connotaties en met enige coulance kun je de beide opvattingen aanmerken als
twee stations op één glijdende schaal.
Binnen dialecten ligt dit
proces van betekenisverandering nog wat meer op de loer dan in de
standaardtaal, omdat sprekers ervan niet van jongs af aan worden ondergedompeld
in de regels ervan en niet iedereen zo'n uitgebreid arsenaal aan synoniemen
paraat heeft. Een woord of uitdrukking verandert dan in een andere regio of
zelfs sociale groep (vereniging, werkvloer, familie) gemakkelijker (iets) van
betekenis.
Betekenisverschuiving van woorden wordt in de
sociolinguïstiek aangeduid met de populaire term semantic shift. Lekker
makkelijk: dat is gewoon de letterlijke vertaling ervan ;)