Greunenkriek tekst & media


Blog Post

Namijmeren over de Kinderboekenweek II: Groningse vertalingen

Ingetekstueel • Oct 24, 2018

Er gaat niets boven authentiek werk in de streektaal: dat vangt de ziel van de taal op de meest natuurlijke wijze, geeft een podium aan de eigen schrijvers en biedt wellicht thema`s die aansluiten bij de streek, hoezeer velen het ook verfoeien dat er in een streektaal over die bijbehorende streek geschreven wordt.

Desondanks is er ook iets voor te zeggen populaire klassiekers te vertalen naar de streektaal: de verhalen zijn ontegenzeggelijk goed, een bepaald verwachtingspatroon bij de lezer ligt er al, er is ruim voldoende budget voor sprekende illustraties (die zijn er namelijk al) en de vertaling kan gegund worden aan een populaire streektaaldeskundige. Herman Finkers werkte bijvoorbeeld aan de Twentse vertaling van Nijntje en ‘onze’ Olaf Vos mocht de derde Groningse Nijntje vertalen: na ‘Nijntje bie zee’ en ‘Opa en oma Pluus’ kon zo ‘Nijntje op fiets’ ontstaan bij uitgeverij Bornmeer.

Fré Schreiber maakte een Groningse vertaling van het immens populaire verhaal ‘Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft’. Het verhaaltje over de onfortuinlijke mol die te bijziend is om terstond te weten op wie hij zich moet wreken zodra er feces op zijn schedeldak belandt, is al in ettelijke talen verschenen. Op een rommelmarkt in Zuid-Afrika stuitte ik bijvoorbeeld op ‘Die storie van die molletjie wat wou weet wie op sy kop gedinges het’, niet wetend dat het vijftien jaar later nut zou kunnen hebben bij de zindelijkheidstraining van een paar ukkies 10.000 kilometer verderop. Dat Schreiber het boek ook in het Gronings wenste uit te brengen leek een plausibele keuze. Helaas meende de uitgever van het origineel dat een Groningse variant niet wenselijk was, daar het Gronings slechts een ‘spreektaal’ zou betreffen. Wellicht kan het onlangs getekende convenant nog verandering brengen in dat waanidee.

Tot slot is de Groningse ‘Kinderbiebel’ een mooi voorbeeld van een geslaagde vertaling. De illustraties van Marijke ten Cate staan als een huis en dienen bij deze kinderbijbel voor verschillende talen als uitgangspunt. Het taalgebruik is beslist doorwrocht: de Liudgerstichten droeg zorg voor de vertalingen. Net als in het Nederlands, dat tot laat in de renaissance een eclectisch geheel vormde van verschillende dialecten en dat met dank aan de Statenvertaling van 1637 meer eenheid kreeg, was en is de Groningse Bijbelvertaling van de Liudgerstichten in veel opzichten maatgevend. Het Gronings mag dan een talige quilt vormen, maar waar het gaat om de vertaling of spelling van specifieke woorden wordt nogal eens naar Biebel gegrepen. Geen wonder, want een onderzoeksteam heeft monnikenwerk verricht bij dat vertaalproject, meer dan voor welk ander Gronings boek dan ook. Kinderbiebel vinden mijn kinderen zeer aansprekend. Bij enige navraag drong het tot hen door dat de verhalen heel oud zijn. ‘Wow’, zei de vierjarige, ‘en praatten al die mensen toen al Gronings?’

https://www.youtube.com/watch?v=IR4N8Mg1bTw


Share by: