Greunenkriek tekst & media


Blog Post

Tiepeltaauwke

Ingetekstueel • Dec 19, 2018

'Ah, da's n tiepeltaauwke', zegt ze, als ze het nieuwste speelgoed van haar kleindochter ziet. De kleindochter kreeg het regenboogkleurige touwtje tijdens Sint-Maarten en de naam ‘Rainbow Rope’ doet geenszins vermoeden dat er decennia geleden al kinderen hun vingerlenigheid mee oefenden op Groningse schoolpleinen. Oma demonstreert vaardig welke trucjes ze kan: ze vouwt het touwtje rond haar vingers, strekt die uit en demonstreert een kop-en-schotel. Andersom blijkt het een parachute. ‘Het-geheim-van-de-smid-is-dit’, zegt ze, en dan blijkt het touwtje, dat ze als een gordiaanse knoop rond de vingers van haar ene hand heeft gevlochten, in één ruk los te schieten en helemaal geen knoop te zijn. Prachtig vindt haar kleindochter het en ze is erop gebrand de trucjes met net zoveel vingervlugheid onder de knie te krijgen. Eat your heart out, tablet!


Het hippe touwtje is dus van alle generaties, anders dan Dora the Explorer met haar toverrugtas. ‘Tiepeln’ is dat ook: het betreft een bepaald spel. In Ter Laan is het opgenomen als ‘jongensspel’(!) en volgens de beschrijving in dat Encyclopedisch Woordenboek gaan er stokken en territoriumdrift mee gepaard. In ieder geval moet je beweeglijk (Gronings: wif) zijn om de verdedigingsrol goed te kunnen spelen. ‘Tiepelzinneg’ betekent dan ook dat je wispelturig bent. Als iemand zich verveelt is dat ‘tiepelzinneghaid’, ‘tiepelwaark’ is een precisiewerkje en ‘tiepelderij’ gepeuter.


Over dat tiepelzinnege nog een laatste anekdote: in een antracietkleurig verleden wilde mijn zus normaliter niet naast me zitten op de bank in onze woonkamer, omdat ik te beweeglijk was en onophoudelijk wriemelde en wrong om me comfortabel te installeren tussen de kussens. ‘Kiend, dou nait zo tiepelzinneg’, werd me eens te verstaan gegeven. Toen later weer eens iemand vroeg of ik alsjeblieft even stil wilde zitten, blijk ik te hebben verklaard: ‘Dat wiebelen kan ik niet helpen, want ik ben wiebelzinnig’.


Share by: